Foto's gebruiken voor communicatie

De nagenoeg alomtegenwoordige smartphone, met geïntegreerde fotofunctie en internetconnectie met toegang tot allerlei fotodatabanken, creëert veel mogelijkheden voor wie niet meer of moeilijk kan praten en voor wie nog moeilijk kan communiceren via tekst. Er zijn evenwel ook een aantal valkuilen waarvoor je moet opletten. Vooraleer je met foto's begint te werken, neem je onderstaande informatie best door. 

Aandachtspunt

Het is zelden een goed idee om een volledig communicatiehulpmiddel samen te stellen uit foto’s waarop slechts één voorwerp of persoon te zien is.
Foto’s met een contextrijke visuele scène, zijn wel goed inzetbaar bij personen met ernstige moeilijkheden op gebied van taalverwerking (vb. afasie) of in andere specifieke situaties. In visual scene display (zie: Communiceren met visuele scènes) bespreken we deze visuele scènes meer in detail.

Valkuilen bij het gebruik van foto’s als communicatiehulpmiddel

Foto’s bieden slechts een beperkte woordenschat

Foto’s met één voorwerp of persoon zijn bijzonder concreet: ze tonen steeds een zelfstandig naamwoord. Met foto’s is het moeilijker om abstracte begrippen te tonen zoals werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, … (zie ook: Foto's zijn niet gemakkelijker te begrijpen dan pictogrammen). Om iemand volledig zelfstandig te laten communiceren zijn werkwoorden, bijwoorden, … noodzakelijk (zie: Taal en communicatie stimuleren met kernwoordenschat en modelleren).

Foto’s zijn niet gemakkelijker te begrijpen dan pictogrammen


Soms wordt aangenomen dat een foto makkelijker te begrijpen is dan een pictogram. Dat is niet altijd het geval, want:

  • Een foto bevat vaak veel overbodige details;
  • Een foto van een voorwerp verwijst altijd naar een zeer specifieke verschijningsvorm van dat voorwerp. (vb: Verwijst een foto van een Jonagold appel ook naar een Golden? Verwijst een foto van een blauwe Volkswagen ook naar een witte Renault?) Voor sommige personen is dit niet vanzelfsprekend;
  • Het maken van een goede foto is niet eenvoudig, ondanks de belangrijke tips hieronder
  • Het is een mythe dat het makkelijker is om betekenis te geven aan een foto dan aan een pictogram:

“Er is een veronderstelde hiërarchie in betekenisverlening, startend bij concrete verwijzers (voorwerpen) naar foto’s, grafische symbolen, lettertekens en schrift (traditionele orthografie). Hans van Balkom: ´Er is geen enkel bewijs dat dit zo is. Integendeel: de neuro- en cognitiewetenschappen tonen aan dat de complexiteit niet in de soort afbeelding zit maar in de verwerking (waarneming, patroonherkenning, associaties).”(Bron: www.stichtingmilo.nl/artikelen/is-moet-weten-oc )

Bij personen met een verworven hersenletsel is de betekenisverlening nog een stuk complexer, omdat ze erg afhankelijk kan zijn van het letsel en van de opgeslagen kennis en ervaringen van de persoon.

Veel foto’s op één pagina is complex

  • Doordat foto’s altijd meer details bevatten dan een pictogram, is een pagina met veel foto’s heel erg druk. Dat is visueel erg inspannend.
  • Met een hersenletsel is het vaak moeilijker is om te communiceren met een rooster met vele afbeeldingen.

Voor wie foto’s inzetten?

Rekening houdend met de vermelde valkuilen, kun je foto’s zinvol inzetten op verschillende manieren:

  • Als individuele randwoordenschat binnen een uitgebreid kernwoordenschatsysteem. Met een foto kun je een specifieke persoon of een object aanduiden, bv. foto van naasten, mijn huis, mijn school/werk, mijn lievelingstrui, …
  • Als “Visual scene display” (zie: Communiceren met visuele scènes)
  • Bij personen met zeer ernstige taalbegripsproblemen kunnen foto’s, als eerste stap, worden gebruikt om eenvoudige keuzes duidelijk te maken. Dit kan zinvol zijn, maar biedt evenwel erg beperkte mogelijkheden. We raden dan ook aan om tegelijk te starten met visuele scènes (zie: Communiceren met visuele scènes) en/of met het modelleren van kernwoordenschat.
  • Jongeren en volwassenen willen vaak helemaal niet communiceren met pictogrammen, omdat het kinderachtig en stigmatiserend zou overkomen. Uiteraard is het belangrijk om deze weerstand te respecteren. Soms is het beginnen met communiceren via foto’s/afbeeldingen uit de eigen leefwereld gemakkelijker te aanvaarden.
  • Persoonlijke foto’s kunnen niet alleen een manier zijn om te praten, ze reiken ook onderwerpen aan voor een gesprek en stimuleren dus de communicatie.
    Je kunt gebruik maken van foto’s op de persoonlijke smartphone of eigen tablet, fotoalbum(s) laten meebrengen door familieleden, foto’s delen via een online systeem zoals Google Foto’s, …

Goede foto’s maken van één voorwerp

Goede foto's maken is niet eenvoudig. Hieronder vind je enkele vereisten voor het maken van een goede foto. Zelfs als je hihermee rekening houdt, is een goed resultaat niet vanzelfsprekend.

  • Kies de juiste achtergrond. Een te drukke achtergrond kan erg afleiden. Houd een neutraal en effen gekleurd papier of vlak onder en achter het voorwerp dat je wilt fotograferen. Zo vermijd je overbodige details.
  • De achtergrond en het voorwerp moeten contrasteren. Een glas melk op een witte ondergrond is niet duidelijk. Nog enkele voorbeelden:

IceTea:

goede en slechte foto's van ice tea

  • Maak het voorwerp herkenbaar. Heb je een banaan nodig op een foto? Neem enkel van de banaan een foto, zoniet is het niet duidelijk waarnaar de foto verwijst. Een foto van een tros bananen is goed voor ‘een tros bananen’, maar niet voor ‘een banaan’.

Fruit:

goede en slechte foto's van fruit

Banaan:

goede en slechte foto's van banaan

Tros bananen:

goede en slechte foto's van tros bananen
  • Denk na over het perspectief. Is het duidelijker om de foto te zien vanuit een bepaald perspectief? Als je de kast opentrekt, zie je de glazen dan vanop de zijkant, vanonder of vanboven? Houd hier rekening mee; het verhoogt de herkenbaarheid van de foto voor je gebruiker.
goede en slechte foto's op gebied van perspectief
  • Zorg voor een gevulde foto. Een voorwerp dat groter in beeld komt, is duidelijker. Foto's worden vaak in klein formaat gebruikt op bijvoorbeeld menu's, op een kast of voor een boodschappenlijstje. Een verkleinde foto van een foto met een klein banaantje is niet duidelijk.
foto die goed en slecht gevuld is

Tips bij het digitaal fotograferen van personen

  • Zorg voor een 'pasfoto', de persoon moet herkenbaar zijn. Je fotografeert dus enkel het gezicht. Let erop dat het beeld goed gevuld is, en dat er geen delen uit beeld verdwijnen. Gebruik de 'zoom-functie' van je fototoestel om de foto goed te kunnen vullen.
  • Het gezicht moet centraal staan in de foto. Als je een statief hebt, kun je het fototoestel gemakkelijk op ooghoogte van de persoon zetten die je fotografeert. Hierdoor komt het gezicht mooi centraal te staan.
  • Let goed op de achtergrond wanneer je een foto neemt. Een te drukke achtergrond kan erg afleiden. Zoek een neutraal en effen gekleurde muur als achtergrond.
  • Vermijd opvallende kledij en attributen. Je lievelingssjaaltje kan je natuurlijke schoonheid extra accentueren, maar het kan ook afleidend werken wanneer het samen met meerdere andere foto’s op een hulpmiddel staat.
  • We staan allemaal graag mooi op de foto, maar het belangrijkste is de herkenbaarheid. Daarom neem je beter een foto van personen wanneer ze niet extra zijn gemaquilleerd of net van bij de kapper komen 'om mooi op de foto te staan'.
  • Zorg dat het licht goed valt. Te veel schaduw maakt het portret donkerder en minder herkenbaar.
goede en slechte foto's van personen

Nog enkele algemene tips

  • Neem de foto’s in een goed belichte kamer, liefst zonder flits. Dit geeft een mooier en natuurlijker resultaat. Let wel op schaduw in de foto. Achter het onderwerp kan schaduw afleidend zijn en op het onderwerp kan dit het geheel minder herkenbaar maken.
  • Als er onvoldoende licht is, gebruik dan extra indirecte belichting. Gebruik geen spots gericht op de persoon of het voorwerp; ze geven sterke schaduweffecten. Je kunt voor de spot eventueel een dun wit laken spannen (let wel op de brandveiligheid van je constructie!), zodat het licht wordt verspreid over het laken en veel minder schaduw veroorzaakt.
  • Gebruik een statief. Hierdoor krijg je gemakkelijker scherpe foto's.
uitroepteken